“Wie heeft er hier een weblog?” Deze vraag werd drie edities geleden op eday tijdens een keynote presentatie van Mark Fletcher van bloglines aan het publiek gesteld. Verrassend weinig mensen staken hun hand op.

Vandaag de dag is dat een ander verhaal. Niet iedereen heeft een eigen weblog natuurlijk, maar in tegenstelling tot 2005 zullen de meeste mensen van het fenomeen hebben gehoord. En in ieder geval staat buiten kijf dat er ook in Nederland momenteel wanneer in een willekeurige zaal waar de vraag “Wie heeft er hier een weblog?” wordt gesteld, het aantal handen dat de lucht in zal gaan aanzienlijk groter zal zijn dan in 2005.

Op Marketingfacts! wordt de vraag gesteld hoeveel weblogs er wereldwijd eigenlijk zijn. 70 miljoen? 200 miljoen? Met China meegerekend misschien 300 miljoen?

In ieder geval kunnen we stellen dat de blogosphere – de totale verzameling van weblogs – enorm is. Het is een netwerk dat is opgebouwd uit hyperlinks en trackbacks tussen blogs. Er wordt gekopieerd, verwezen, samengevoegd en ge-remixed.

In eerste instantie werden weblogs beschouwd als een revolutie. Iedereen had nu zijn eigen publishing-kanaal. Iedereen zou een journalist kunnen worden. Als we nu kijken wat blogs werkelijk zijn zien we diverse functies. Verreweg de meest gebruikte is die van persoonlijk dagboek, hoewel mijn idee is dat dit minder wordt. Er bestaan dus wel heel veel blogs, maar merendeel in de marge – of de ‘long tail’ zo je wilt. Deze, vaak persoons- of groepsgebonden blogs, blijven aanwezig maar voor een specifiek doel en een specifieke groep.

Maar weinigen onder de bloggers zijn echter “auteur” te noemen – in de zin van maker van oorspronkelijke content, die van goede kwaliteit is (voor online toepassing) en ook nog interessant genoeg is voor een redelijk groot publiek. En groot publiek is uiteindelijk waar het de commercie om gaat.

Indivueel bezien bevatten blogs over het algemeen niet altijd even waardevolle of oorspronkelijke informatie. Maar de blogosfeer in zijn totaliteit is een ander verhaal. Elke post, hoe klein ook, kan in potentie tot inspiratie dienen voor een ander, en zo de kiem vormen voor een hele ’train of thought’. Dit gebeurt door, zoals boven al gezegd, met name door links en reacties. Blogs interacteren met elkaar, leggen verbindingen in een immens neuraal netwerk. Dit virale effect binnen de blogosfeer is onlangs nog gezien toon een journalist vroeg aan een amerikaanse collega of Hilary Clinton ooit wel de videoclip van “When the lady smiles” zou hebben gezien.

Zogenaamde ‘A-list’ blogs, zoals BoingBoing in het bovenstaande voorbeeld,  zijn centrale knooppunten punten in het netwerk. Waar we eerst dachten te maken hebben met micromedia (‘iedereen kan zijn eigen online krant uitgeven’) is de blogosfeer misschien wel het grootste massamedium ooit. Waar vroeger traditionele media als radio, tv en kranten voornamelijk bijdroegen aan het scheppen van onze gedeelde referentiekaders ontstaat er een nu nieuw gedeeld bewustzijn als gevolg van de aanhang en invloed van de grootste blogs.  Misschien een beetje hoogdravend verwoord, maar laten we het toch maar eens in dat licht bezien… Feit is namelijk wel dat een aantal van de A-list blogs (zo’n 4000 wereldwijd) al volledige professionele ondernemingen zijn geworden. Het zijn bronnen van informatie geworden -‘zenders’- met een hoge output frequentie en groot bereik. En zelfs door de traditionele media wordt de blogosfeer als bron nauwlettend in de gaten gehouden, zoals te zien was toen die het bovenstaande voorbeeld van een smiling Hilary Clinton massaal oppikten. Het is overal merkbaar dat de invloed van bloggers – met name de grote – aanzienlijk is. De Italiaanse regering zag dit ook, en probeerde hier zelfs maatregelen tegen te nemen (zie een eerdere post op deze site).

De rest van de blog volgen, verwijzen en becommentariëren hooguit. Uit onderzoek (Herring et al., 2005) blijkt ook dat een-derde van de blogs überhaupt geen hyperlinks heeft. Het onderzoek is al wat ouder, maar dit zal niet veel veranderd zijn.

Omdat A-list blogs de blogs zijn waarnaar de meeste links terugleiden, krijgen deze de meeste traffic, en hierdoor ook weer meer links die naar deze blogs verwijzen enzovoorts… Een stukje verwijzing naar deze netwerk-theorie is hier te lezen.

Blogosphere - Matthew Hurst

Bovenstaande plaatje is een erg mooie visualisatie van de blogosphere – gemaakt door Matthew Hurst en interactief te zien op zijn website

Een ander, meer grafisch plaatje, beeldt goed uit hoezeer een concentratie van links eruit ziet in de blogosfeer.

De echte grote blogs worden groter, worden online uitgeverijen en daarmee de nieuwe massamedia. Ik zie ook een beweging dat steeds meer mensen stoppen met hun eigen blog(je) en gaan voor een groter bereik door zich aan te sluiten bij een ‘blogging network’.  Zodoende worden ze auteurs die zich hebben aangesloten bij een uitgeverij.  

Wat we dachten dat een revolutie bleek te zijn, is dus een ‘shift’ geweest. We hebben te maken gehad met een technologische revolutie, waarvan andere personen dan de gevestigde orde gebruik hebben gemaakt. Nu het organisme dat de blogosfeer is volwassen begint te worden, zijn er dus weer patronen te ontdekken die wijzen op het onstaan van nieuwe massamedia.

Er is dus geen sprake van globalisering van meningen, maar van blogalisering. Het eerste geval is bottom-up, de utopische gedachte dat elke blogger zijn stem een wereldwijd podium kon geven. Blogalisering is dus de ontluistering van de blogging-ideologie door de constatering dat de mening van de mensheid toch weer afhankelijk is geworden van een klein aantal massamedia.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *